Gesprekken, groep 6-8

In de bovenbouw beheersen kinderen de ‘regels’ die gelden voor een gesprek redelijk goed. Een gesprek wordt steeds meer een samenwerking tussen de spreker en de luisteraar. Kinderen leren samen een gesprek op te bouwen over een vastomlijnd onderwerp. Daarbij luisteren ze naar elkaars inbreng en wisselen ze beurten af. Hun deelname aan het gesprek verloopt steeds zelfstandiger. De kinderen zijn steeds beter in staat zelf de richting van het gesprek te bepalen. Ook leren kinderen te praten over onbekende onderwerpen en met onbekenden, zoals een gastspreker.

 

Referentieniveau Mondelinge taalvaardigheid: Gesprekken - Algemene beschrijving


1F (minimumniveau eind groep 8)
Kan eenvoudige gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen in het dagelijks leven en buiten school.
1S/2F (streefniveau eind groep 8)
Kan in gesprekken over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit leefwereld en (beroeps)opleiding uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie uitwisselen en gevoelens onder woorden brengen.

 

Leerlijnen taal basisonderwijs: Mondelinge communicatie


Groep 6-8
Deelnemen aan gesprekken
Interactief leren
Taalgebruik
Woordenschat
Begrijpend luisteren
Vertellen en presenteren
Reflectie op communicatie
Reflectie op taal

Contact

Proclaimer

Colofon

Copyright EN. Alle rechten voorbehouden

 


© 2010 Expertisecentrum Nederlands

Toernooiveld 9

6525 ED Nijmegen

(Campus Radboud Universiteit Nijmegen)