Begrippen, groep 1-3

Jonge kinderen zijn vooral bezig met de betekenis van een woord en niet zozeer met de vorm. In groep 1 en 2 ontdekken kinderen spelenderwijs dat woorden uit klanken bestaan en dat letters deze klanken weergeven. Door voorlezen en zelf bekijken van prentenboeken maken ze kennis met verhalen, zinnen en woorden. Het bewustzijn van taal neemt toe en ze leren basisbegrippen als letter, woord, verhaal en klank. Deze begrippen zijn nodig voor het aanvankelijk lezen in groep 3.

 

Referentieniveaus – niveaubeschrijvingen begrippen taal


1F (minimumniveau eind groep 8)
Leestekens

Dubbele punt, punt, komma, puntkomma, uitroepteken, vraagteken, aanhalingsteken.

 

Woordsoorten

Zelfstandig naamwoord, werkwoord (klankvast, klankveranderend (zwak, sterk)), bijvoeglijk naamwoord.

 

Grammaticale kennis

Onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm.

 

Tekstkennis

Standpunt, argument, feit, mening, tekstsoort en gesprekvormen, paragraaf.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stilistiek en semantiek

Betekenis, symbool, synoniem, context, letterlijk, figuurlijk, uitdrukking, spreekwoord, gezegde, moedertaal, tweede taal, vreemde taal, standaardtaal, dialect, meertalig, formeel en informeel taalgebruik, leenwoord.

 

Morfologie

Woordvorm, woorddeel, samengesteld, voorvoegsel, achtervoegsel, lettergreep. Getal (meervoud/enkelvoud), tijd (tegenwoordig, verleden, voltooid, onvoltooid). Verkleinwoord, verschijningsvormen werkwoord (stam, infinitief, bijvoeglijk naamwoord).

 

Opmaak

Bladzijde, woord, zin, hoofdletter, uitspraak, titel, hoofdstuk, regel, lettertype, alinea, kopje.

 

Klanken

Articulatie, klemtoon, intonatie, spreekpauze.

1S/2F (streefniveau eind groep 8)
Leestekens

trema, accent

 

 

 

 

 

 

 

 

Grammaticale kennis

Lijdende en bedrijvende vorm, vragende vorm.

 

 

Tekstkennis

Aanduidingen voor tekstsoorten en genres (ook: aanduidingen voor gespreksvormen), hoofdgedachte (van tekst), tekstthema

 

Metatalige vormen: Woorden, zinnen, en tekstfragmenten die informatie geven over de rest van de tekst (zoals signaalwoorden, prospectieve en retrospectieve tekstelementen in inleiding, samenvattende zin aan slot).

 

Stilistiek en semantiek

homoniem, homofoon, vakjargon, stilistische adequaatheid (publiekgericht), presentatiekenmerken (van mondelinge en schriftelijke tekst).

 


Leerlijnen taal basisonderwijs: Geletterdheid


Groep 1-3
Boekoriëntatie
Verhaalbegrip
Functies van geschreven taal
Relatie tussen gesproken en geschreven taal
Taalbewustzijn
Alfabetisch principe
Functioneel schrijven en lezen
Technisch lezen en schrijven, start en vervolg
Begrijpend lezen en schrijven

Contact

Proclaimer

Colofon

Copyright EN. Alle rechten voorbehouden

 


© 2010 Expertisecentrum Nederlands

Toernooiveld 9

6525 ED Nijmegen

(Campus Radboud Universiteit Nijmegen)